De "mnimosyna" of "gedachtenis van de overledenen" is een gebed dat
de kerk tot God zendt voor de rust van de zielen van de
overledenen. Het is een onontkoombare plicht die getuigt van ons
geloof in Gods mensenliefde en in de onsterfelijkheid van de ziel.
In het gebed roepen wij God op de overleden eeuwig te gedenken. Het
is immers niet onze gedachtenis, maar Zijn gedachtenis die eeuwig
leven garandeert.
"Gebeden van nagedachtenis" gebeuren op
• de derde de negende en de veertigste dag na het
overlijden,
• na drie, zes, negen en twaalf maanden,
• vervolgens elk jaar op de sterfdag en
• tijdens de vier "zaterdagen van alle overledenen" ("Alle
zielen" of "Psychosavvata" genoemd).
Dit zijn de zaterdag voor carnaval, de zaterdag voor Pinksteren, de
zaterdag voor Sint Dimitrios, de tweede, derde en vierde zaterdag
van de Grote Vasten: de panichida “voor de ouders”. Ook
op maandag of dinsdag in de week van Thomas. Op de Onthoofding
vieren wij de gedachtenis van alle gesneuvelden.
Nodig
voor de "Mnimosyna":
•
Het meevieren van de Goddelijke Liturgie en van de "Dienst van
nagedachtenis" door alle leden van de familie en door overige
verwanten, vrienden en genodigden.
• Het aanbieden van een zuiver brood (artos) en wijn voor de
Goddelijke Liturgie.
• Het aanbieden van kaarsen voor het Heilig Altaar en olie
voor de olielampen.
• Het communiceren van de familieleden van de
overledene.
"Gedachtenissen"
worden niet gevierd:
• Op de Grote Feesten en de feesten van Moeder Gods,
• van Lazaros-zaterdag tot Thomas-zondag,
• op Pinksteren en het feest van de Ontslapen van de Moeder
Gods.( 15 augustus)
Bij voorkeur ook niet op dagen als het Patroonfeest van de Kerk of
op Grote Feesten.