huwelijkskroning
(Gr.:
stefanoma, Sl.: wentsjanije);
In
de Slavische Traditie zegent de priester de bruidegom met een
kroon, maar kroont hem met de bruid. De kroon wordt verder door de
getuige boven het hoofd gehouden. Daarna zegent hij de bruid met
een kroon, maar kroont haar met de bruidegom. De getuige houdt ook
haar kroon vast.
Ieder
wordt dus koning of koningin door de ander.
Wie de ander laat vallen verliest zelf het koningschap.
In
de Griekse Traditie zegent de priester of de kroongetuige bruidegom
en bruid met kransen van kleine witte bloemen en plaatst die op hun
hoofden.
Deze
kransen zijn verbonden met een lint. Dit lint symboliseert een
nieuwe navelstreng die man en vrouw verbindt.
De
symboliek van de huwelijkskroning is in alle tradities
dezelfde.