doop
(Gr.:
“onderdompeling in water”).
Eigenlijk
Mysterie van de Verlichting.
Het in gehoorzaamheid aan Christus’ opdracht door iemand in
de Naam van de Vader, de Zoon en de Heilige Geest drievoudig
onderdompelen.
Het mysterie van de doop wordt voltrokken door de priester. Slechts
in uiterste nood mag het door een leek worden gedaan, of bij het
ontbreken van water door de dopeling driemaal in de lucht te heffen
(aerobaptismos).
De Doop wordt gevolgd en vervolmaakt door het Mysterie van de
Myronzalving. Dit is de bezegeling van de Nieuwverlichte met de
Heilige Geest.
Het
geheel vindt gewoonlijk vier tot zeven maanden na de geboorte
plaats. De dopeling wordt door de peetouder ten
doop gehouden.