biechten
Belijd je zonden openlijk.
Je biechtvader, die zelf een zondaar is, zal je begrijpen en je terugvoeren naar Gods genade.
Belijd je zonden één voor één.
Je hebt ze één voor één begaan, dus generaliseer niet: ‘Ik heb gezondigd, Ik was onrein.’ et cetera.
De arts van je ziel, de priester, moet de symptomen kennen wil hij je een passende behandeling voorschrijven.
Noem in jouw biecht geen anderen!
Vergeetachtige biechtelingen bestaan niet.
Voel je geen spijt, berouw en verdriet, biecht ook dat.