Het Mysterie van de Verlichting: de Doop.
1. Voordat de datum voor de doop wordt bepaald moet eerst contact opgenomen worden met de priester.
Men moet immers weten of hij die dag geen andere verplichtingen heeft.
2. De ouders kiezen voor de dopeling een peetvader of moeder.
Deze doopouder moet ouder dan 14 jaar zijn en een Orthodox gelovige. De doopouder draagt immers de verantwoordelijkheid om de nieuwverlichte te onderrichten en hem te wegwijs te maken in het orthodoxe christelijke geloof. De doopouder dient de geloofsbelijdenis te kennen en dit tijdens de doop in naam van de nieuwgelovige op te zeggen.
De peetouder zorgt voor een doopkruisje / halskruisje.
Uitgesloten van het peetouderschap zijn:
• de ouders van de dopeling
• de echtgenoot of echtgenote van de dopeling
• niet-christenenen
• ketter en scheurmakers
• geëxcommuniceerden
• mensen die veroordeeld zijn omwille van zware morele vergrijpen
• die zich niet bewust zijn van hun handelingen,
• de bisschoppen, priesters, diakens en monniken
• die niet waardig geacht worden
• die niet deelnemen aan het leven van de kerk.
3. De naam van het kind dient bij voorkeur ontleend te zijn aan de kalender van feesten en heiligen van De Kerk.
4. De ouders vullen het doopformulier volledig in.
5. Na het ontvangen van het Mysterie van het Verlichting geeft de Parochie aan de betrokkenen een "doopbewijs" af met de handtekening van de priester en het zegel van de parochie. In sommige delen van Europa is alleen dit bewijs geldig voor de kerkelijke, consulaire en gemeentelijke autoriteiten.
6. De Orthodoxe Parochie Amersfoort vraagt voor de Doop een vast en eerlijk bedrag.
In de hal van de kerk hangt een lijst met de bedragen.
De ouders dienen de kosten voor de dag van de doop te hebben voldaan.
Dit kan door contante betaling aan de penningmeester, die daarvoor een kwitantie afgeeft of door overschrijving op de bankrekening van de kerk.
Nota Bene.
Omdat de dopeling en de peetouder door de doop „familie“ zijn geworden kunnen leden van de beide families niet trouwen.
(Wanneer de priester komt wordt er van de familie nooit geld verlangd.
"Om niet hebben jullie ontvangen, om niet moeten jullie geven!"
Het is een vrome gewoonte om hem iets toe te stoppen.
Maar de reden van zijn bezoek is dat hij Gods zegen komt brengen
en dat hij er is voor zijn kudde.)